Pegasus
Museum

Een korte historiek van het Pegasus Museum

In 1976 nam korpsoverste Luitenant Kolonel Bidlot de beslissing van een museum op te richten in het 1ste Belgische Parachutistenbataljon.

1ste Sergeant Major Demuynck, zijn korporaal Bonne en de milicien van de dienst sociale en culturele voorlichting kregen deze zware taak op de schouders getild. Zonder veel hulp van de rest van het bataljon duurde het vele maanden vooraleer het museum zijn deuren opende in een hoek van de binnenkoer. Het werd de plaats bij uitstek waar afgezwaaide klassen van dienstplichtigen mekaar terugvonden tijdens reünies en herinneringen konden ophalen. Het succes groeide en in 1987 kwam er een uitbreiding naar drie zalen om de verdere activiteiten van de eenheid in beeld te kunnen brengen.

In 1991 verscheen er een nieuwe wapenwet en de Staf van de Landmacht vaardigde daarbij nieuwe richtlijnen ontrent de aanwezigheid van vreemde wapens in de kwartieren.

Musea op echelon eenheid waren niet langer toegelaten en zeker niet met wapens. Van de ene op de andere dag bevond de korspoverste zich in de illegaliteit met verboden wapens in zijn kwartier die op elk ogenblik konden in beslag genomen worden. Het museum zou moeten verdwijnen.

Dat was niet naar de zin van de duizenden afgezwaaide en gepensioneerde Para’s voor wie het museum het uitgesproken verbindingspunt was met de eenheid en hun belevenissen aldaar. Onder leiding van Mr Dumont, korpsadjudant op rust, kwamen gewezen officieren, onderofficieren en beroepsvrijwilligers samen met een vertegenwoordiging van de eenheid.

Er werd een uitweg gevonden voor het verder bestaan van het museum door de oprichting van een vereniging zonder winstoogmerk. De administraitieve weg was zeer lang; er moesten statuten opgesteld worden, conccessies en verzekeringen afgesloten worden en een vergunning bekomen worden voor het verzamelen van wapens.Tenslotte moesten er fondsen gevonden worden om te kunnen starten want de eenheid mocht of kon niet veel meer zelf doen of helpen.

Op 9 november 1995 werd de nieuwe V.Z.W. over de doopvont gehouden en onder het voorzitterschap van Mr Dumont, de drijvende kracht van de vereniging, werd van start gegaan met de heroprichting van het museum.

In haar statuten strekt de vereniging zich tot doel:

  • het in ere houden van de tradities van de Belgische Special Air Service en de parachutisteneenheden;
  • het militair patrimonium van het garnizoen Diest helpen bewaren en beschermen.

De geschiedenis van de parachutisten werd in beeld gebracht in vier zalen en enkele kleine kazematten. Het museum heeft geen vaste openingsuren. Alleen op afspraak kunnen groepen een bezoek brengen aan het museum en aan de citadel als vestingswerk; de bezoeken zijn gratis.
Nu tien jaar na de oprichting beschikt de vereniging ook over een eigen website om beter bekend te geraken bij de oudgedienden en het grote publiek en om meer informatie te kunnen verstrekken voor de organisatie van bezoeken.

Voorzitter

De oprichters van het Pegasus Museum

1ste Sergeant Major Demuynck
Luitenant Kolonel Bidlot
Korporaal Bonne
Adjudant Chef Dumont, De eerste voorzitter